Dingen die je denkt.
Misschien ben ik de enige, maar ik heb best vaak de neiging om in serieuze situaties ineens iets tegendraads te roepen. De neiging om even die overgeconcentreerde ernst weg te wapperen. ‘Hallo, stelletje graftakken! Het is leuk hè? Je buurman zit al de hele dag naar saaie Excel-bestanden in zijn thuiswerkhok te turen maar jullie mogen een mooi programma maken. Doe ’s gezellig dan. Of is de laatste vreugde ontsnapt in het ritje hier naartoe?’
Liar Liar
De drang om ongefilterd de waarheid te zeggen, zoals in de film Liar Liar met Jim Carrey, is soms groot. Carrey speelt in deze film uit 1997 de advocaat Fletcher Reed die na een magische wens van zijn zoontje 24 uur lang niet kan liegen, met alle gevolgen van dien.
Stel je voor dat je om half zes de redactie verlaat en kunt schreeuwen: ‘Nou doei, loonslaven, mijn werk is af! Gaan jullie hier nog lekker anderhalf uur voor de vorm zitten om je baas de indruk te geven dat iedereen hier hard werkt? Dan kijk ik intussen thuis The Crown af.’
‘Als je nog 1 keer zegt: denk je aan de tijd, we lopen achter op schema, dan prop ik dat callsheet in je smoelwerk. Mét die foute routebeschrijving en de parkeerbonnetjes erbij.’
Peukenbek
Wat zou het heerlijk zijn om tegen de productieassistent met die druilerige blik te zeggen: ‘Wat dacht je Einstein, die broodjes paté kunnen wel de hele dag in de zon? Als je ons te dik vindt kan je ’t ook gewoon zeggen hoor. Met je broodje per persoon.’
Of tegen een zure mopperende eindredactrice: ‘En jij dan met je peukenbek, lukte het een beetje met opstaan vanochtend na die drie flessen wit?’
Ik droom weleens dat ik midden in een interview roep: ‘Stop, stop, stop! Dit is gewoon een heel stom programma en we laten jullie dingen zeggen die we van tevoren gewoon zelf hebben bedacht. Het gaat ook niet scoren want het is niet origineel en dus zonde van jullie tijd.’
‘Je huis stinkt naar hond en sigaretten. Jij ruikt het niet meer, maar wij moeten bijna kotsen. Dus we gaan.’
Succesnummers
Het zou ook ontzettend opluchten om tijdens opnamen tegen een beroepslawaaimaker te kunnen zeggen: ’Zal ik die onzinnige bladblazer eens in je muil parkeren, gestoorde!’ En tegen die falende productieleider: ‘Misschien was dit werk, achteraf gezien, na 15 jaar, toch niet zo jouw ding.’
Prettig ook om een keer de botte bijl te gebruiken bij een praatjes makende producent: ‘En welke succesnummers heb jij dan zoal op je naam staan? Wow! Te gek! Dat jij nog geen Televizierring hebt, is een wonder! Met je blabla.’
Tegen de stagiair: ‘Ik ken jouw vakdocent niet. Niemand in de branche kent jouw vakdocent. En niet gaan janken nu, weke millennial.’
‘Hoe gaan we jou een beetje voordelig in beeld krijgen? Ik heb werkelijk geen idee.’
Narcist
Tegen die vervelende presentator: ‘Zo, hadden ze nog een titeltje op de plank liggen voor je? Kan je ’t weer de hele dag over jezelf hebben, gekke narcist!’
Of tegen die arrogante regisseur: ‘Weten ze thuis wel dat je de hele dag onzin staat te verkopen, met die zelfvoldane grijns op je smoel? Met die zogenaamd lollige stukjes van je. Niemand wil je meer hebben.’
Maar ja, je doet het dan niet hè. Ook uit zelfbescherming.
Labels:denken, eindredacteur, Einstein, interview, Jim Carrey, Liar Liar, niet doen, peukenbek, producent, productie, productie assistent, regisseur, stagiair, televisie, vakdocent
Gerry
| #
Ik moest heel erg hard lachen. Kon ook namen invullen.