Dood-quoten.
Als televisiemaker moet je dealen met gekke fenomenen. Zo is in het reality-genre een opname-onderdeel ontstaan dat zich het best laat omschrijven als ‘het cement van het programma’. Korte interviews met kandidaten of betrokkenen die vertellen wat ze zojuist hebben meegemaakt of nog gaan meemaken. Je ziet bijvoorbeeld in een uitzending dat iemand binnenloopt bij de kapper en vrijwel meteen daarna dezelfde persoon in een interviewsetting die zegt: ‘Ik ging dus naar de kapper, want het was nodig.’.
We hebben het hier over zogenaamde ‘testimonials’. Dat is de sjieke benaming, vrij vertaald: getuigenissen.
We noemen het ook wel quotes, en hebben daar zelf een werkwoord voor verzonnen: quoten. Goed hè? Sommige tv producenten hebben ook personeel dat gespecialiseerd is in het afnemen van dit soort interviews. Zij worden officieel ‘quoters’ genoemd. Over het algemeen neemt de verslaggever of redacteur deze interviews af maar ‘quoter’ zijn staat ook heel stoer. Dan ben je Eva Jinek-light.
Dit ‘quoten’ is bij sommige programma’s als Oh Oh Cherso tot kunst (of kitsch) verheven want de momenten dat er daadwerkelijk iets op beeld gevangen wordt zijn spaarzaam. Dan kan je er beter een hele tijd over napraten. Met een beetje mazzel vergroot je hiermee de karakters met hun gekke taaltje en hun malle maniertjes uit. In iets serieuzere woon- of metamorfoseprogramma’s (‘Toen ik binnenkwam voelde ik me meteen thuis in mijn nieuwe woonkamer..’) zijn de testimonials wat subtieler verwerkt en kunnen ze een mooie aanleiding zijn om het gevoel van dat moment te benadrukken door middel van een los interview. Hulpprogramma’s maken grif gebruik van testimonials want we kunnen niet genoeg benadrukken hoe goed het werk is wat we doen. ‘Zeg het nog maar een keertje, maar dan iets compacter!’
Toch hebben programmamakers een haat-liefde verhouding met dit fenomeen.
Tuurlijk, in de montage komt het de balans, de rust en het overzicht ten goede en ben je dankbaar voor wat beschikbare getuigenissen als er in het werkelijke opnamemoment niet zo veel dynamiek of inhoud zit. Maar dan de realiteit van het ‘quoten’: hoewel je als kijker denkt dat de geïnterviewde personen op een rustig plekje hun belevenissen overdenken is het in werkelijkheid heel anders. Niet zelden worden testimonials afgenomen op een ‘nog beschikbare locatie’. Die lokatie kan zijn een kelder. Een inloopkast. Een lawaaierige straathoek. Of een toiletunit. De betere lokaties zijn immers al in beeld geweest bij de daadwerkelijke belevenissen, worden nog gebruikt door een tweede cameraploeg of zijn niet geschikt omdat er teveel mensen aanwezig zijn. De cameraploeg wordt meestal op een standaard-manier geïnstrueerd door de regisseur, verslaggever of ‘quoter’: doe maar mooi uitlichten, de achtergrond onscherp. En ik wil een beetje kunnen varieren in shot. Eentje links in beeld hier en straks eentje rechts. Kunnen we al? Een plekje voor de geluidsman met zijn mixertas en hengelmicrofoon is dan nog niet bedacht. Die staat ingeklemd tussen de wc-rolhouder en de pot en leunt tegen de Brise Continu aan. Dennengeur.
Wanneer iedereen zich heeft geïnstalleerd en de geïnterviewde op weg is de eerste legendarische woorden uit te spreken wordt vaak de opname al stilgelegd. ‘Stilte!!!! We zijn aan het quoten!!!!’. Ongeveer anderhalve meter verderop is de presentator gezellig aan het nababbelen met de vrouw des huizes, is de ijverige stagiair de kratjes met snoepgoed aan het opruimen en gaat cameraploeg 2 de auto inpakken om binnen de afgesproken werktijd van 10 uur uit en thuis te blijven. Zodat er in elk geval één ploeg binnen de uren blijft. En dat allemaal op gehoorsafstand.
Wanneer iedereen zich ervan bewust is dat er in het toilet nog een camera draait en er begonnen kan worden grijpt de interviewer zijn of haar kans: op weg naar eeuwige Ivo Niehe roem steekt de ‘quoter’ van wal met het langste interview dat je ooit hebt gezien. Althans, zo voelt het. Want testimonials worden meestal aan het eind van een lange draaidag gehouden. Wanneer iedereen eigenlijk al helemaal uitgewrongen is, de overgeslagen lunch of het ontbrekende diner als een fata-morgana door het hoofd spookt en de belangrijkste onderdelen van het programma al opgenomen zijn.
En de ‘quoter’ is niet snel tevreden. ‘Kan je mijn vraag meenemen in je antwoord?’ Glazige blik. Dan maar even uitleggen: ‘Dat je dus niet met ja of nee antwoordt, want jouw zin moet op zichzelf staan, en mijn vraag wordt eruit geknipt.’ De soundbite-politie is streng vandaag. We willen korte quotes, die naadloos tussen de reality fragmenten gemonteerd kunnen worden en we stoppen pas als we ze allemaal hebben. Allemaal. Dus wat je van tevoren dacht en voelde, wat je op het moment zelf dacht en voelde, wat je na afloop dacht en voelde, hoe je dacht dat de ander zich van tevoren voelde van, hoe je dacht dat.. Enfin. Schijfwissel. De geluidsman kan eindelijk zijn slapende been uit de spoelbak halen. Inmiddels is de temperatuur naar tropische waarden gestegen en begint de geïnterviewde te glimmen als een keutel in de maneschijn. ‘Hebben we poeder? Nee? Even deppen dan. Vraag die vrouw van het huis even of ze anders misschien een keukenrol heeft. Nee? WC papier goed?’ De geluidsman kan er net bij gelukkig. En de geïnterviewde, die toch al niet zo zeker was over zijn performance, krijgt er gratis een glimcomplex bij.
Ondertussen is de presentator naar huis, evenals ploeg 2. De krat met Sultana’s en Snickers ligt in de afgesloten productieauto maar gelukkig zijn er nog miniblikjes River Cola. Niet gekoeld, maar toch.
Schijf twee. Drie. Wisselen van kant, nieuwe kandidaat. Schijf vier. Vijf.
We zijn klaar. De opnameschijven worden razendsnel ingenomen door de producer en met doktershandschrift wordt er een nummer en een naam op gekrabbeld.
Voor een dokter is het trouwens te laat. We zijn dood-gequote.
Labels:cameraman, geluidsman, opnamen, programmamakers, quote, quoter, reality, redacteur, regisseur, televisie, testimonials, verslaggever
pim
| #
Leuk kijkje achter de schermen, Maurice! Ik kijk vanaf nu heel anders naar m’n favoriete woonprogramma’s. 😉
Maurice Ramaekers
| #
Haha yeah right..
Mike Kasbergen
| #
Leuke quotes in dit stukje. Verhaal is hier en daar wat opgeblazen maar voor de rest spot on!
Maurice Ramaekers
| #
Thanks! Overdrijving is een stijltje, komt ie beter binnen. Groetjes, Maurice
Hanneke
| #
He Maurice,
Ik ken je niet, maar hoorde uiteraard wel via via (want dat tv wereldje is o zo klein) dat je wel oke bent. Je schrijft ook leuk dus hulde. En toen gingen ook nog eens een boel fb vrienden jouw bericht delen over ‘dood-quoten’.
Ik ben zo’n verslaggeefstertje. Ik ben zo’n Eva Jinek light (al zou ik willen dat ik zo dun was), wannabe Felderhofje en ja probeer ook wel eens een Matthijs van Nieuwkerk na te doen. En na zo’n lange draaidag ben ik het die de ploeg nog moet enthousiasmeren dat we echt die quotes moeten halen. Omdat ik misschien wel aan de wieg heb gestaan van het quoten (want ik was een van de twee verslaggeefsters die Haagse sterretjes quote in de eerste Oh Oh) wil ik toch even reageren op je blog.
Want hoe je het wendt of keert; quotes zijn momenteel een stijl die ze bij met name reality programma’s hanteren. En inderdaad er wordt op verschillende manieren mee omgegaan in de montage. Soms om te kotsen, want jahaa je hebt toch net gezien dat ze een kapperszaak inlopen? Hoef je het niet te horen dat een realitysterretje dat vertelt. Soms kan het een briljante toevoeging zijn als je nog even de visie hoort van de persoon in kwestie. Jammer dat er in de montage soms niet goed gebruik van gemaakt wordt. Maar toch. Die quotes zijn belangrijk en moet je hebben. En tja, je kan pas mensen interviewen over hetgeen wat er gebeurd is nadat het uiteraard gebeurd is.
Dus dan heb je zo’n lange dag gehad en is iedereen moe. En dan moet jij , als verslaggever, nog scherp zijn. Terwijl de ploeg zich installeert in de pleepot (en ja, dat heb ik ook echt een keer meegemaakt) zit jij naast de camera gewurmd en moet je een ploeg nog happy krijgen en ook nog eens de deelnemer die ook al een lange dag van opnames heeft meegemaakt.
Toen ik nog jong, onbezonnen en mega ambitieus was kon ik voor geen meter interviewen. Ik bakte er niets van, was stik zenuwachtig en had dan ook nog een zuchtende cameraploeg die in mijn nek aan het hijgen was. Ik moest haasten want ze moesten naar huis en waren boos op mij omdat de productiekrat met de Marsjes al weg was. Ze hadden geen zin in een ambitieus meisje die ook pas bij tv kwam kijken. Wat voelde ik me rot en naar. Wat werd ik er mega onzeker van. Denk je dat ik nog een fatsoenlijke vraag kon stellen met twee zuchtende stoere types (ik vond vroeger alle camera- en geluidsmannen zeer indrukwekkend) achter me? En als er per ongeluk een kandidaat ging huilen (omdat ze nou eenmaal de kookwedstrijd had verloren) hoorde ik ook nog regelmatig een zucht achter me (de zucht ‘ jezus nu kan ik vanavond echt niet meer met mijn vrienden in de kroeg afspreken’). Als we dan eindelijk klaar waren zat de ploeg al in de auto terwijl ik de mensen nog vriendelijk bedankte voor de gastvrijheid (en dacht dat het normaal was dat cameraploegen geen handjes schudden).
Totdat ik meters ging maken en door begon te krijgen hoe interviewen, draaien en verslaggeving werkt. Hoe ik het snelst en het best kan interviewen. En toen viel me iets op. Die zuchtende ploegen die mij boos aankeken bestonden nog steeds. Maar wacht heel even…dat waren ook de camera- en geluidsmannen die altijd klaagden over de lunch (terwijl die gewoon goed was), die bij het eerste wegrestaurant (de Witte Bergen) al wilden stoppen en uitgebreid gingen bellen als we net waren aangekomen op locatie en wilden beginnen met de opnames.
Maar gelukkig. Die cameraploegen zijn in de minderheid. Want het overgrote deel begrijpt het als we moeten quoten en denken met je mee. En dan is het niet een camera- en geluidsman/vrouw die tegen je zijn, maar je bent een team. Ze vinden je geen ‘ Eva Jinek light’ maar begrijpen dat je nog een pittige klus voor doe boeg hebt; namelijk testomonials afnemen.
Afgelopen januari had ik een klus in het buitenland. Op een tropisch strand zat ik al om zeven uur in de morgen te quoten. Terwijl Peter de geluidsman voor ons koffie regelde, haalde ik een zonnenscherm voor de ploeg en was Bruce de cameraman de kandidaat op zijn of haar gemak aan het stellen. Als ik aan het quoten was zaten Peter en Bruce niet onderuitgezakt te dagdromen, maar op hun puntje van hun stoel mee te luisteren. En als ik klaar was met quoten vroeg ik of de mannen nog iets wilden weten. Kwamen er nog een paar dondersgoede vragen waar ik ze nog steeds dankbaar voor ben.
En dit gebeurt mij vaker. Een enthousiaste ploeg die mij helpen en ik help hen. Ik herinner me ook nog geluidsvrouw Tjodie die gewoon mee stond te dansen op een saai feestje toen er gezelligheid moest komen. Een drie eenheid en daarom kunnen we een topprogramma maken. Zuchtende camera en geluidstypes die mij al boos aankijken als ik vertel dat we nog moeten quoten hebben gewoon geen zin meer in dit vak. Ga iets anders doen. Ga een kantoorbaan zoeken. Ga daar na een half jaar gillend weglopen. Want hoe hard we ook moeten bikkelen, hoe lang je ook in de pleepot moet zitten, we hebben we een hele gave baan met heel veel reisjes, vrijheid en gezelligheid. Ga je nooit vinden op een kantoor.
Groetjes,
Hanneke
(aka Eva Jinek Light)
Tjodi van Elk
| #
Haha en zo is het Hanneke, mooi en oprecht verhaal. Ik ben dus zo’n geluidsvrouw die ook zucht als we gaan quoten!
Maurice Ramaekers
| #
We kennen je.. haha
Maurice Ramaekers
| #
Hoi Hanneke,
Dank voor je reactie! Jij durft jezelf hierin te herkennen, dapper! Maar je bent ook verder gegroeid zo te lezen, zoals (hopelijk) iedereen op den duur. Ik wil onze collega’s een lachspiegel voorhouden, want we nemen onszelf zo serieus.. En over cameraploegen: zie mijn blog ‘Twee mannen in een busje’. Groet! Maurice