Onderweg
Ik ben al een tijdje onderweg. In dit werk dan, hè. Ervaren noemen ze je dan. Of een ouwe lul. Of een ervaren ouwe lul. Soms een cynische ervaren ouwe lul. Maar meestal een opgewekte pik. Ik blijf het ook leuk vinden, onderweg zijn. Elke draaidag op locatie is onvoorspelbaar en zelden valt het tegen, echt! Ik ben een romantische opgewekte pik. Neem nou zo’n ritje naar ‘de mensen in het land’. Dat is toch fantastisch? ’s Ochtends op het Mediapark afspreken met de camera- en geluidsmensen bij de zogenaamde ‘uitgiftebalie’ om mee te rijden. Lekker aan de vroege kant zodat je op hun vingers kunt kijken (en op je horloge) als ze hun apparatuur draaiklaar maken. Heerlijk meediscussiëren over de krappe inpaktijd en hun collega’s van het werk houden.
“Nou da’s lang geleden pik! Nog altijd opgewekt? Wat draai jij vandaag? Oh, heb ik over gelezen in Broadcast Magazine! En ik zag dat je Robinson had gedaan. Kruipen d’r al parasieten uit je hoofd? Zo te zien wel, haha! Ik moet gaan man, zie je gauw!”
Nadat we drie overbodige zendermicrofoons hebben teruggegeven aan de uitgifte-medewerker en er gevochten is om de allernieuwste LED-panels plaatsen we de inmiddels beroemde productiekrat met vreetwaar en quitclaims op de achterbank. North Face jassen en rugtassen eroverheen gedrapeerd.
Escape room
“Waar gaan we eigenlijk heen?” vraagt de cameraman, die de heenreis voor zijn rekening neemt, terwijl hij het nieuwe alarmsysteem van de bus probeert te doorgronden. “Het lijkt godverdomme wel een escape room, die auto. Moet ik die tag nou voor of na het starten voor dat ding houden? Zit je goed daarachter? Ik kan niet verder naar voren maar jij wilde graag meerijden.”
De geluidsman biedt me een iets te volle cappuccino aan en weg zijn we.
Bij de eerste grote kruising, nog geen 100 meter van ons startpunt, begint het “hoe rijden we”- beraad. De navigatie is nog niet geactiveerd maar we moeten al wel kiezen. Links naar de snelweg of rechts langs de ring Hilversum. Fingerspitzengefühl in combinatie met gescheld, semi-wegenkennis en apenrots-ervaring. We gaan uiteindelijk voor de kortste rij bij het stoplicht. Bij groen vliegt de nog hete cappuccino langs mijn mondhoeken, over mijn kin, via mijn hals het boordje van mijn T-shirt in. Ik wilde net een slok nemen.
De discussie over de inpaktijd gaat nog even door.
“….ja maar zelfs als je eerder komt is het nog krap. Zeker als je vijf zendermicrofoons voorbereidt waarvan je er drie blijkbaar niet gaat gebruiken. Kan je dat trouwens even aan productie doorgeven? En die extra camera moet ook gecheckt worden qua instellingen, weet je hoeveel…”
Ik onderbreek. “Hebben jullie geheugenkaarten?” Voorin de auto worden twee mensen lijkbleek. Terwijl ik de productiekrat afspeur naar nootjes die wél gezouten zijn, geniet ik van de aanblik. “Nee, geintje, die heeft de producer straks bij zich. Als het goed is. Willen jullie eigenlijk weten wat we gaan doen vandaag? Nee hè?”
Meestal willen ze dat niet. Het is natuurlijk al erg genoeg dat één of andere regisseur hun ochtendrust verstoort en mee wil rijden. Om dan ook nog een uur uitleg te krijgen over de draaidag van vandaag gaat te ver. Ik hou het bij een beknopte versie, gericht op de lunchvoorziening en de geplande eindtijd. Die laatste valt altijd rond etenstijd. We weten dus niet of we thuis eten, op locatie of onderweg. Dat is altijd zo. Als de geïnterviewde stottert of als de presentator de psycholoog gaat uithangen kan je zomaar ineens een uur later klaar zijn.
Reclames vermijden
“Heb je het gelezen in het callsheet? We moeten vandaag reclames vermijden in beeld. Ja, dat zeggen ze. Ze hebben gezeik met de juridische afdeling. Vorige keer moesten ze alles blurren. Hoe gaan we dat doen met die shots in dat winkelcentrum? En bij die hockeyvelden? Weet je nog dat we toen midden in de winter de sneeuw moesten vermijden? Serieus! De sneeuw vermijden. Daar liepen ze op, dat lag op de struiken, op de daken en tegen alle vensterbanken. Kwamen we in die sporthal terecht weet je nog? De sneeuw vermijden, wie verzint dat! Of de kerstversiering, toen met die serie die in mei zou worden uitgezonden. Man, man, man. Was dat onze afslag? Godverdomme! Even kijken: over 8 kilometer kunnen we pas keren. Ik bel wel even dat het druk is onderweg. Oh, zij rijden ook op deze weg?”
Er rammelt iets achterin en het is nog niet mijn maag hoewel de dag er alweer opzit. Bij nadere bestudering zijn het twee kleine metalen statiefjes die elkaar raken bij elke oneffenheid in de weg. Ik kan er net niet bij want er zit een bagagerek tussen. Voor in de auto hoor je dat getik niet dus ik krijg geen medelijden. De geluidsman neemt de terugreis voor zijn rekening en heeft een nogal, hoe zeg je dat, ‘defensieve’ rijstijl. Mogelijk is er achterin de auto iets verschoven na de laatste wilde rem-actie. Of nadat we, toen we een stukje over de Duitse grens moesten, heel hard samen Jeanny van Falco meezongen en in de nasleep daarvan behalve in een verhitte #metoo discussie ook bijna in de berm belandden. Ik laat de exacte oorzaak in het midden. Na veertig kilometer A2 probeer ik het gerammel dan maar te overstemmen door de ongezouten nootjes aan te breken maar die zijn muf. Dat zijn die biologische noten altijd, maar waarom we ineens geen zout mogen, geen idee. Het blijkt ook ineens zeven uur ’s avonds te zijn. Kak. Vergeten naar huis te bellen om te zeggen dat ik niet mee eet. We verwachten niet voor half negen in Hilversum terug te zijn. “Van Der Valk dan maar, jongens?” Instemmend gebrom klinkt. “Ik wil een kers.”
Nadat we het mini-potje appelmoes, zonder kers, vakkundig hebben leeggeschraapt en de iets te taaie schnitzel verorberd vragen we de rekening aan het inmiddels zevende personeelslid dat ons aan tafel helpt. Ik denk dat ze bij Van Der Valk al het personeel graag kennis laten maken met de gasten. Of misschien komt het omdat de presentator ook aangeschoven is. Ik denk het laatste. We rekenen af.
Aftanken
In relatieve stilte gaan we weer ‘onderweg’. Stiekem geniet ik achterin van deze dagen, van de losse sfeer en de gekke herinneringen die je oplepelt uit een half leven televisiemaken. De cameraman snurkt terwijl ik met de geluidsman de gekke gewoontes van televisiemensen nog eens doorneem. Ik hoop er nog eens een stukje over te schrijven.
De één-na-laatste rem-actie vindt plaats bij het welbekende Esso station op de Lage Naarderweg in Hilversum. Aftanken gebeurt standaard op de plek, toen Texaco geheten, waar Volkert van der G. na de moord op Pim Fortuyn in 2002 werd gearresteerd. Half wakker door het plotseling afremmen slaagt de cameraman er gapend in om uit het dashboardkastje het zwarte doosje te pakken met daarin de tankpas. Het vertrouwde “Ik tanken, jij afrekenen?”, hoor ik naast me, aan de andere kant van het raam. “Wat ga je morgen draaien?” Morgen hebben deze hardwerkende gasten weer zo’n type dat mee wil rijden. Hopelijk niet weer zo’n opgewekte pik, maar gewoon een lekker wijf.
Labels:A2, achterbank, callsheet, cameraman, collega's, cynische ouwe lul, discussie, draaidag, draaien, facilitair bedrijf, geluidstechnicus, hilversum, navigatie, onderweg, opgewekte pik, regisseur, romantisch, snelweg, uitgifte, van der valk
Ruud
| #
Maurice man… kom ook lekker camjojojojoën! #smiley
Gerry
| #
Mogen cameramannen tegenwoordig ook sturen?? Dat was vroeger wel anders.
Briljant stukkie pik.
Maurice Ramaekers
| #
Ik rij zelf wel! Thanks Gerry!