Reiskoorts
Bij balie 10 van Vertrekhal 1 op Schiphol heeft een leerling-grondstewardess van KLM vandaag pech. Er staat namelijk een groepje camera- en geluidsmensen zo ongeveer IN de balie druk te zwaaien met paspoorten. Hun hoofden wurmen zich door het plexiglas heen en met 1 voet op de rand van de kofferband lukt het net om op het beeldscherm van het arme meisje in het blauw mee te kijken. Een overshoulder noemen wij dat. Haar rechterhand bedient trillend de computermuis terwijl ze overspoeld wordt met special requests. Welkom op een nieuwe buitenlandtrip.
De door het meest seniore crewlid verzamelde paspoorten zien eruit als de gitaarcollectie van Kurt Cobain: kostbaar maar gehavend. Met binnenin een hoeveelheid stempels waar een PostNL medewerker van schrikt. Stille getuigen van een miljonairsleven zonder poen. De groeven in het gebruinde gezicht onder de baseballcap, dure sneakers en aluminium Rimowa koffer met tientallen bagagestickers plaatsen de cameracrew in de categorie ‘Oh, god, die types.’.
Lieve jongens, hoor. Meiden hebben dit niet zo, uitzonderingen daargelaten.
Maar schijt aan protocol, lak aan regels en, tussen het onderhandelen door, elkaar voorzien van opmerkingen, dat hangt er wel een beetje aan vast. Vrije jongens. Van de televisie.
‘Is je shirt gekrompen?’
‘Wat dacht jij, ik doe een keer geel aan?’
‘Gezellig hè, samen op vakantie.’
‘Met jou altijd pik, je vriendin was zeker blij dat je wegging vanochtend?’
’Ik sprak die van jou vanochtend nog.’
De producer staat er hoofdschuddend bij, met zijn keurig thuis geprinte boardingpass in de hand. Hij ziet dit tafereel elke keer opnieuw: jaar in jaar uit. Ook op deze reis.
Sinds hij de vluchttijden voor deze reis had doorgegeven, vier weken geleden, was hij elke dag al gebeld met verzoeken over Flying Blue, Silver, Gold en Platinum, XP’s, Miles, upgrades, priority, businesslounge en beenruimte.
Hij had een mooi productieboek als levenswerk gemaakt met alle noodnummers, verzekeringspapieren, apparatuur lijsten, callsheets en zelfs de scripts per draaidag, maar de bellers waren blijven hangen bij de vluchtnummers en gingen daar doorheen als de Algemene Rekenkamer door de Rijksbegroting.
Vanochtend waren ze al vroeg in Vertrekhal 3, de club van vrijbuiters. Ze werden al wat eerder gebracht in de zwarte Mercedes Vito van taxi Mario. De chauffeurs hadden gezien hoe de crew met speels gemak hun bagage als een spelletje Tetris in de laadruimte manoeuvreerde om hun gezin of partner in pyjama daarna met een niet al te dramatische knuffel gedag te zeggen. ‘Tot over twee weken, dan ben ik er weer. Lief zijn voor mama.’ Ze waren prima op tijd om eerst te ‘carnetten’. Om je camera- en geluidsapparatuur over de grens te krijgen moet je alles registreren. De lijst, carnet genoemd, wordt gecontroleerd door de douane. Een secuur karweitje, want er gaan heel wat spullen mee. In grote stevige zwarte Pelli-cases vol accu’s, zenders, drones, lenzen, monitoren en LED lampen wordt het circus vervoerd. Alleen de tent en de acrobaten ontbreken.
Als iedereen van z’n zware spullen af is, en de baliemedewerker bij balie 10 met een zenuwinzinking is achtergelaten, vervolgt het gezelschap haar weg. Een enkeling brengt nog een statiefkoker naar de ‘odd size’ afdeling waar het tussen de surfboards en golftassen richting de vliegtuigen gaat. De rest gaat naar het vaste koffiepunt, waar de jonge productieassistenten getrakteerd worden op stoere reisverhalen uit het verleden.
Meestal vertelt opa en luisteren de kleinkinderen braaf.
‘Waren wij samen nou in Cambodja, ja toch? Weet je nog, die hotelkamer met die rieten meubelen? En dat brandalarm? Doe trouwens toch maar een cappuccino en zo’n muffin. Eerste keer op reis met een grote productie? Je moet hierachter bestellen, daar is het minder druk.’
De camera’s zelf en de geluidstassen gaan meestal met de camera- en geluidsmensen mee het vliegtuig in. Die mogen als handbagage mee.
Wanneer we naar de gate gaan, zien we verschillende types al nerveus de Priority Lane opzoeken, met het gouden membership pasje al in de hand. Op dit punt hebben de uitverkorenen zich van het klootjesvolk onderscheiden. Dit was dat moment. Iemand staat te glimmen voor in de rij, tussen de zakenlieden en welgestelde gezinnen. Met z’n petje. Er worden blikken uitgewisseld. De één triomfantelijk, de ander spottend. Sommigen glippen mee achter een bekende met een priority pass. De medewerkers zijn meestal te druk om dat allemaal te controleren. Soms gaat het mis. Hoongelach.
Het is logisch dat je als crew graag je meest essentiële spullen bij je wilt houden. Een camera en een geluidsset wil je niet door de ondergrondse achtbaan laten gaan, laat staan dat je er een bagagemedewerker in een geel hesje mee wil zien gooien met je neus gedrukt tegen het vliegtuigraampje, machteloos. En daarom is het fijn om je meest kostbare apparatuur, dichtbij je eigen vliegtuigstoel, voorzichtig en liefst boven je te plaatsen in het bagagevak.
Totdat er een hork met het opblaaskussentje al om z’n nek zijn koffer in de overgebleven 20 centimeter ruimte probeert te proppen. Dan is het oorlog. ‘Watch out, it’s expensive equipment.’, horen we eerst nog beleefd zeggen. Tevergeefs, want het koffertje moet en zal hierin gaan. Met stoom uit de oren wordt de stoïcijnse en niet-Engelssprekende medereiziger medegedeeld dat de doodstraf staat op het klemdrukken van cameraspullen. ‘Are you fucking crazy, my gear is more expensive then your car! Asshole! De komende 10 uur gaat elk oogcontact wraakzuchtige en sadistische gedachten opwekken. De knopjes van de apparatuur zijn gevoelig. Net als hun gebruiker, en terecht.
De tussenkomst van een stewardess kan gewelddadigheden voorlopig voorkomen.
‘Wilt u een zoete of hartige snack? Pasta or beef?’
Na twee weken is iedereen uitgewoond, brak van het harde werken en het nachtelijke busjesvervoer. De gedachten gaan al uit naar een fris biertje op een Hollands terras of, beter nog, het eigen bed. Heerlijk, over een uurtje of 10, 12 weer thuis, als alles meezit.
Half slaperig wordt het hele circus weer meegetroond op gammele karretjes. Het gesprek gaat zachtjes nog over overuren en waarom er eigenlijk geen ontbijt was vanochtend. Degene die nog dropjes in z’n tas vindt is een lifesaver en op dit vliegveld wordt niet meer aan priority lanes gedaan. Toch weet een crewlid zich weer iets sneller dan de rest te begeven naar balie 1. Blikken kruisen elkaar en het spel is opnieuw op de wagen: upgraden! Want na zo’n vermoeiende reis wil je jezelf wel een keer wat meer beenruimte en comfort gunnen. En dat we dan niet naast elkaar zitten: so what! We zijn toch ver uitgeluld op dit moment. Grif worden er stoelnummers geroepen en er wordt weer gezwaaid met paspoorten en membership pasjes. Iedereen wordt gek en zelfs mensen die bij het mobiel inchecken hun stoel al hadden gewijzigd, laten zich nu verleiden om business te vliegen à raison de honderden euro’s, uit eigen zak uiteraard. De producer kijkt het spektakel meewarig aan. Hele dagprijzen worden er aan diggelen ge-upgrade. De baliemedewerker begint bekende gelaatstrekken te vertonen. De mondhoeken gaan hangen en de ogen beginnen te rollen.
‘Heb jij toevallig die smintjes nog? Ik heb een beetje een gore smaak in m’n bek. Jongens, tot op Schiphol! Wij vliegen business! Kostte maar 600 euro!’
Reiskoorts, I love it, en ik gun het de hardwerkende crew.
Labels:balie, buitenland, camera, cameracrew, cameraman, Flying Blue, geluidsman, KLM, priority, producer, regisseur, reizen, stewardess, taxi, televisie, vliegtuig
Jules
| #
Ik was er zo toch een beetje bij! Goed verhaal!
Gerry
| #
Heerlijk leesvoer.
Dank Maurice